home
KUNSTENAARS
FIONA TAN - HANS OP DE BEECK - DE RIJKE / DE ROOIJ - WIM WAUMAN - FRANCISKA LAMBRECHTS / HONORE D'O ORLA BARRY / RUI CHAFES - MESSIEURS DELMOTTE - SVEN AUGUSTIJNEN - ROB JOHANNESMA - ELS  DIETVORST JEF GEYS  -  ELSKE NEUS
ROB JOHANNESMA
° 1970, Geleen (Nederland)
1993-97  Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam
1996-97  Cooper Union, New York
1997       Chinati Foundation, Marfa (Texas, V.S.)
1997-99  De Ateliers, Amsterdam
2001       Prix Nouvelles Images, tweejaarlijkse prijs voor jonge kunst, Den Haag
2001-02  Internationales Künstlerhaus Villa Concordia, Bamberg (Duitsland)
Woont en werkt in Amsterdam en Berlijn


Recente solotentoonstellingen
2002 Haarlem, Frans Hals Museum (De Hallen); Berlijn, Galerie Kamm; Utrecht, Flatland Gallery Nürnberg (Duitsland), Kunstbunker

Recente groepstentoonstellingen
2001 Ex Machina / Über die Zersetzung der Fotografie, Berlijn, NGBK
The People’s Art, Porto, Central Eléctrica do Freixo - Rotterdam, Witte de With
Post-Nature, Nine Dutch Artists, Venetië, Biennale, Palazzo Ca’Zenobio
2002 Moving Landscapes, Rome, Sala Uno
Constellation / Nuit Blanche, Parijs, Galerie Zürcher

Rob Johannesma gebruikt video anders dan wat tot nog toe in de videokunst gangbaar was. Hij vermengt op een persoonlijke, vernuftige manier aspecten van schilderkunst, fotografie en bewegend beeld. Het genre dat hij beoefent, komt uit de schilderkunst; in feite sluit hij aan bij een traditie die al in de Renaissance gestart is, namelijk die van het ‘atmosferische’ landschap. Deze had niet de bedoeling een stuk werkelijkheid weer te geven, maar de blik van de toeschouwer mee te slepen en te betoveren. In zijn beelden is bovendien een gelaagdheid aanwezig die verwijst naar de complexe verfstructuur van het schilderij. Maar de feitelijke basis van zijn werk is fotografie. Hij gaat op zoek naar landschappen waarop de mens nog geen invloed uitgeoefend heeft. Die vindt hij niet in Nederland, maar bijvoorbeeld in Amerikaanse staten zoals Nevada en New Mexico of in Canada. Van zijn buitenlandse reizen brengt hij honderden foto’s mee, waarvan hij er na lang wikken en wegen slechts één of hooguit een paar overhoudt. Niet omwille van de technische of inhoudelijke kwaliteit, maar omdat er mogelijkheden in zitten om op verder te werken. De geselecteerde foto’s worden uitvergroot en zo verkrijgt hij materiaal dat hij in zijn studio naar believen met de videocamera kan aftasten, en omzetten in een bewegend beeld. Wat hij doet kan worden omschreven als ‘videofotografie met picturale intenties’.
Johannesma maakt tientallen verschillende bewegingen over het gefotografeerde en gemanipuleerde landschap omdat hij denkt er steeds meer in te kunnen doordringen, ook al gaat het om een plat vlak. Het filmen wordt zo bijna een vorm van meditatie en concentratie waarbij hij het beeld helemaal absorbeert. Uiteindelijk komt de definitieve versie heel spontaan tot stand, in een enkele opname, schijnbaar toevallig. De duur van de camerabewegingen kan variëren van enkele minuten tot een half uur. Soms voltooit hij de bewerkingen op de computer, maakt hij het videobeeld deels transparant, zodanig dat hij het bovenop een ander beeld kan leggen, en dat weer op een ander beeld, enzovoort… tot er een soort van chaos ontstaat die er op elk moment anders uitziet. Johannesma creëert een nieuwe werkelijkheid die amper nog een band heeft met de oorspronkelijke omdat hij je doet kijken naar beeld afgeleid van beeld, bewegend beeld afgeleid van volkomen statisch, voor eeuwig bevroren beeld. Daardoor zie je een landschap zoals je het nooit tegenkomt. Hij abstraheert het, ontdoet het van al het concrete (ook van alle geluid), hij haalt het volledig uit zijn context. De toeschouwer wordt binnengeleid in een onwezenlijke wereld van stilte en traagheid: ‘Mijn beelden moeten eigenlijk altijd net iets langzamer gaan dan je hartslag’, zegt hij daarover. En dat geeft je de kans om te genieten van de evoluerende vormen en kleuren. Tegelijk met de abstrahering voltrekt zich een esthetisering; hoe ruig het originele landschap ook was, als Johannesma het onder handen heeft genomen, ervaar je het als ‘poëtisch’, ‘bedwelmend’, ‘intrigerend’.
En daar is het de kunstenaar eigenlijk om te doen. Door het oprekken van begrippen als tijd, plaats en ruimte kun je de waarneming intensiveren. Zo overstijgt het werk het medium waarin het is gemaakt en word je je bewust van het kijkproces zelf: je ziet jezelf kijken. Het grondthema van zijn doordachte, conceptuele werk is het kijkproces als dusdanig. De kernvraag is: wie ben ik als kijker en wat zie ik?

Locatie
SINT-ROMBOUTSKATHEDRAAL
 
Untitled
Video (2002); 1 scherm, 1 video-projector Barco, 1 DVD, 1 DVD-player